SWOT-analyse

Inhoud

Het uitgangspunt van een SWOT-analyse is dat het bredeschoolteam de eigen sterktes en zwaktes leert kennen. SWOT staat voor ‘strenghts’ (sterktes), ‘weaknesses’ (zwaktes), ‘oppportunities’ (kansen) en ‘threats’ (bedreigingen). Doorgaans plaatst men bij een SWOT-analyse de sterktes en zwaktes van binnen de eigen organisatie, ten opzichte van kansen en bedreigingen van de Brede School en haar buurt.

Een SWOT-analyse is een goed hulpmiddel om de eigen situatie in beeld te brengen. Het maakt een grondige analyse van de meest opmerkelijke resultaten uit een contextanalyse mogelijk en kan helpen bij het bepalen van prioriteiten en het opzetten van een verbetertraject door het formuleren van strategische doelen. Het uiteindelijk doel van de methodiek is een gestructureerd beeld te krijgen van de Brede School in relatie tot de omgeving om strategische beslissingen te onderbouwen.

Het interessante aan een SWOT-oefening is dat men het beschrijven van de eigen sterktes en zwaktes overstijgt en meteen kijkt naar de wijze waarop de externe omgeving kan bijdragen tot verdere ontwikkeling. Een SWOT-analyse sluit aan bij spontane reacties op het bespreken van aspecten binnen de organisatie, ze vergt m.a.w. geen zware theoretische grondslag.

Werkwijze

Stap 1 - verzamel gegevens

Verzamel op voorhand gegevens van de Brede School die een zicht geven op de context, dit zowel intern als extern.

Stap 2 - sterktes en zwaktes

Bespreek aan de hand van de verzamelde gegevens met de partners rond tafel wat de sterktes en zwaktes zijn van zowel de kinderen en jongeren in de buurt als de buurt zelf. Noteer de meest opmerkelijke bevindingen in het SWOT-kader.

Stap 3 - kansen en bedreigingen

Bespreek aan de hand van de verzamelde gegevens met de partners rond tafel wat de kansen en bedreigingen in de buurt zijn en welke kansen en bedreigingen de Brede School biedt. Noteer de meest opmerkelijke bevindingen in het SWOT-kader.

Stap 4 - verbind de vier elementen van de SWOT-analyse met elkaar

Bekijk de punten die in de vier vakken aan bod komen. Probeer ze met elkaar in verband te brengen en bepaal zodoende de prioriteit waar jullie met de Brede School wil aan werken.

Tip: gebruik voor het bespreken van sterktes/zwaktes en kansen/bedreigingen het referentiekader Brede School en het kader van de brede leer- en leefomgeving (zie materiaal). Bekijk de verschillende aspecten: het samenwerkingsverband, de kernaspecten van maximale ontwikkeling, de lokale context, de aspecten van de brede leer- en leefomgeving (versterken-verbreden-breed leren), …

Bronnen

  • OCB/VGC (2012). Werkvormenbundel. Goed begonnen, is half gewonnen. Brussel: VGC.

In het kort

Doelstellingen

  • evaluatie van de werking
  • prioriteiten in kaart brengen

Timing

  • 2 uur

Wie

  • bredeschoolpartners, stuurgroeppartners

Materiaal