- Binnen of buiten de schoolmuren: welke keuzes maak je?
- Maak gebruik van bestaande bronnen als basis
- Checklist afsprakenkader en actieplan
- 6 kloven van (kans)armoede do en dont
- Zorg voor een brede omgevingsanalyse
- Impactevaluatie: stappenplan
- Kansarmoede: frames
- Kinderarmoede: leestips
- Betrek kinderen en jongeren bij projecten in de publieke ruimte
- Betrek kinderen en jongeren bij je omgevingsanalyse
- Maak van je school en schoolomgeving een kwaliteitsvolle plek
- Visualiseer je missie en visie
- Heb aandacht voor mogelijke participatiedrempels
- Hoe betrek je leerkrachten en schoolteams?
- Stappenplan van evaluatie tot actieplan
- Ga op een participatieve manier te werk
- Taken van de stuurgroep
- Taken van een bredeschoolcoördinator
- Theory of Change - Brusselse Brede Scholen
- Theory of Change (TOC)
- Tips voor een toegankelijk vrijetijdsaanbod
- Werk laagdrempelig
- Vergadertips
- Vertrek vanuit de visietekst Brede School van de VGC
- Vrijetijdsaanbod: welke keuzes maak je?
- Youth Engagement Continuum
Participatievaardigheden en vergadercultuur
Om te participeren heb je heel wat kennis en vaardigheden nodig. Mensen uit kwetsbare doelgroepen zijn niet gewoon hun mening te geven en hebben vaak het gevoel dat participatie toch niets voor hen is. Dat heeft te maken met een gebrek aan participatie-ervaring, maar ook een gebrek aan algemene vaardigheden om informatie goed te kunnen opnemen. Binnen formele participatie-initatieven heerst vaak een vergadercultuur met bepaalde kenmerken: lange bijeenkomsten, inhouden op een abstract niveau behandelen, een hoog tempo en ingewikkeld taalgebruik dat onvoldoende concreet is.
Samenlevingsopbouw formuleerde volgende tips en aandachtspunten voor vergaderen:
- Zorg dat alle partijen kunnen meedenken en –praten op hetzelfde niveau. Zorg voor extra ondersteuning voor groepen die dat nodig hebben. Dit kan bijvoorbeeld door een voorbereidende sessie te houden waarop je het onderwerp al een keer bespreekt.
- Kies voor duidelijke en begrijpbare taal. Bijna alle onderwerpen kun je ook met simpel taalgebruik bespreken. Vermijd abstracte en moeilijke woorden. Maak het taalgebruik bespreekbaar: laat mensen weten dat ze gerust om verduidelijking mogen vragne.
- Hou inhouden concreet. Gebruik voldoende voorbeelden. Zorg dat ze aansluiten bij de leefwereld van de deelnemers. Gebruik visuele voorstellingen.
- Ga er niet van uit dat iedereen alles begrepen heeft. Peil bij de deelnemers of iedereen nog kan volgen.
- Hou bijeenkomsten kort. Twee uur is in de meeste gevallen het maximum.
- Wissel vergaderingen af met andere activiteiten: een buurtwandeling, een bezoek aan een dienst of instelling, een toegankelijk verhaal van een deskundige, getuigenissen van mensen, … Zo hou je het proces afwisselend en interessant.